Vandaag voor het laatst de Canadese natuur in, naar Algonquin park. Dit provinciale park is een van de meest bezochte parken in Canada, waarschijnlijk ook deels vanwege de ligging bij Ottawa en Toronto. We hadden het motel dat het dichtst bij het park lag, dus na 1 km reden we Algonquin Park alweer binnen. Snel even een dagpas en een map halen, en bekijken wat we vandaag gaan doen.
Er waren een tweetal buggy-proof trails dus die besloten we te bewaren voor aan het eind, als we moe waren. Daarnaast zou het vandaag ook weer aardig warm worden, dus ook dat was een reden om te beginnen met trails waarbij Owen in de draagzak moest.
We begonnen bij de beaver pond-trail, een trail waarbij je, verrassend genoeg, een bever-vijver bezoekt. Bij de ingang van de trail lag een gids en op verschillende punten stonden nummers, die correspondeerde met verhaaltjes in de gids. Erg leuk, want onze kennis over bevers ging niet veel verder dan dat ze een platte staart hebben en dammen bouwen. We hebben vele bever-burchten gezien, maar helaas zaten de bevers daar binnen te relaxen, want we hebben ze niet gezien.
Wel hebben we een bever dam gezien, zoals je op bovenstaande en onderstaande foto kunt zien. Een flink bouwwerk en ook best indrukwekkend voor een groep dergelijke beestjes! Geen bever gezien dus, maar desondanks wel een erg toffe trail!
Bij een picknick-ruimte hebben we gepauzeerd voor een korte ontbijtstop met donuts en koekjes (we moeten wel goed integreren hier natuurlijk). Owen besloot hier van de bank af te vallen met zijn hoofd op de betonnen ondergrond. Gelukkig heeft hij een hard hoofd en bleek de “hij bloedt helemaal!!” van Nick een mini stipje op een schaafplekje op zijn wang te zijn. Toch lastig, zo’n baby die opeens continu overal heen wil maar dat nog niet zo goed kan. Hij was eerder ook al van het bed af gevallen, maar toen toevallig op een kussen beland. Maar Owen was gelukkig wel snel weer blij en klaar om dieren te gaan spotten! Deze zag Nick uiteindelijk als eerste, om vol enthousiasme de auto aan de kant te zetten voor twee kalkoenen. En dan nog teleurgesteld zijn omdat ik daar geen foto van ging maken en het niet telde als echte wilde dieren.
Wat we wel nog amper gezien hadden, waren muggen! Misschien dankzij de vele libellen of kikkers die er zouden zitten, maar we hebben ze gemist als kiespijn. Dat trail twee, genaamd Whiskey Rapids, vol met muggen zat was dan ook een flinke tegenvaller. Hoewel ze ook hier een boekje hadden met uitleg tijdens de trail, was stilstaan geen pretje, dus hebben we er weinig van meegekregen, behalve dat het over de circle of life ging en dat de rapids vernoemd zijn naar een ‘verdwenen’ vat whiskey. In recordtijd hebben we de gelukkig korte trail gelopen om snel verder te rijden.
De volgende trail ging over verschillende bomen en houtsoorten. Voor ons ook niet zo interessant, maar we hebben er nog wel iets van meegekregen doordat hier gelukkig al veel minder muggen waren. Wel jammer was dat ik deze trail Owen weer droeg en we weer een paar op- en afdalingen hadden, net als bij de bever-trail, terwijl de rapids relatief vlak waren. Ik verdenk Nick ervan stiekem thuis toch al alle trails opgezocht te hebben.
Ondertussen was het al halverwege de middag en tijd voor de makkelijkere trails. Met Owen in de buggy gingen we Spruce Bog ofzo lopen, een trail over mos. Erg vergelijkbaar met een trail uit west Canada in opzet, maar door afwisselende natuur wel de moeite waard.
Ons water was ondertussen vrijwel op, maar we zaten vlak bij het visitorcenter center dat ook de moeite waard scheen te zijn. Wij daarheen, bleek het restaurant (en dus koel drinken) dicht… En het winkeltje verkocht geen drank, en het kraanwater werd afgeraden om te drinken. Beetje jammer wel. Maar omdat we er toch waren hebben we nog wel een rondje door het gebouw gelopen en het uitzichtpunt bekeken, waarbij we live op de webcam te zien waren!
In het visitorcenter hing een lijst waarop mensen konden schrijven welke dieren ze gezien hadden. De kalkoenen stonden er twee keer op, en ook was er een bever op de bevertrail gezien en een beer op een erg lange trail die wij niet gedaan hebben. Een eland was er alleen ’s ochtends vroeg gezien. Gelukkig dat ze in het visitorcenter ook een expositie hadden over alle dieren die er leven in het park, inclusief opgezette dieren, waardoor we alsnog wat dieren hebben kunnen zien want live waren het vooral insecten.
Door naar de laatste trail van de dag dan maar, bij het houthakmuseum. Dit mini-museum had wat vitrines met hoe er hout wordt gekapt, maar ging vooral om de trail buiten die houthakkershutten liet zien, en hoe er vroeger en nu hout gehakt en vervoerd werd. Best een rotbaan vroeger als je het zo las, kan me niet voorstellen dat iemand in deze tijd nog zulk werk zou willen doen. Maar de trail was leuk en informatief, en Owen vond vooral de locomotief die er stond erg leuk.
Na deze laatste trail gingen we het park uit, op naar de afhaaltent die we gisteren gezien hadden. En natuurlijk was die vandaag dicht dus tja, dan maar uit eten en hopen dat het goed gaat want andere opties waren er niet. Whitney is een dorp met drie straten, meer is het niet. Gelukkig hadden ze wel twee restaurants. De ene zag er wat uitgeleefd uit van buiten, de andere als een veredelde snackbar met benzinepomp erbij. We besloten toch voor de laatste te gaan omdat die er beter uit zag en dit met Owen misschien makkelijker was.
Uiteindelijk hebben we heerlijk gegeten, met vriendelijke bediening en een Owen die zich goed gedroeg en weer vrienden heeft gemaakt. En meneer heeft een hele kindermaaltijd Mac and cheese weggewerkt in zijn eentje. En daarna nog gezeurd om meer uiteraard, want het woordje “op” betekent voor Owen huilen.
Omdat dit onze laatste kans was op dieren en we afgezien van de eerste dag in Forillon geen dier meer gezien hadden, besloten we onze tactiek van drie jaar geleden te herhalen. Toen zijn we op de laatste dag in Jasper na het eten nog een rondje gaan rijden waarin we in de schemering veel dieren zagen. Nadat we Owen klaar hadden gemaakt voor bed ging hij dus niet zijn tentje in, maar de auto in.
De route door het park is 56km, en we hebben die bijna helemaal heen en terug gereden, zo’n 100 km dus, inclusief nog een rustig zijpaadje. Uiteindelijk hebben we 0 dieren gezien. Zelfs geen kalkoenen meer. Terug in het motel hebben we onszelf maar in slaap gehuild van teleurstelling.
One Response to Algonquin park