De dag begon met nog steeds flinke spierpijn dankzij de trappen van Miyajima. Desondanks stapten we in de trein naar Nara, een nabijgelegen stad met veel bekende tempels waaronder de tempel met een enorme boeddha. Ons hotel ligt vlak naast het station dus daar waren we gelukkig zo. Er waren een aantal treinen die naar Nara reden, maar wij besloten om gewoon de eerst volgende te pakken: de stoptrein. Een paar haltes later kwam de conducteur naar ons toe, hij hield een schriftje open waarin in het Engels stond dat de sneltrein op het andere spoor eerder in Nara arriveert. Blijkbaar stappen er dus nogal veel toeristen in de trage stoptrein. We besloten om dan toch maar over te stappen, want blijkbaar scheelde het wel veel tijd.
Nara staat bekend om het park met zijn vele oude tempels. Via de Lonely Planet hadden we een leuke wandelroute gevonden die ons langs de highlights zou brengen. De wandelroute begon echter niet bij het JR treinstation, dus eerst maar eens het park zoeken. Dit was gelukkig al snel gevonden, en ook zagen we al direct de eerste herten. Net als in Miyajima stikt het hier namelijk van de tamme herten die door menig toerist een lekker hertenkoekje toegestopt krijgt. We besloten de eerste tempel waar we waren, de Kofukuji tempel, over te slaan. We hebben alleen de bijbehorende pagode even bekeken, om daarna door te lopen, op zoek naar de eerste stop van de wandeling, de Isuien Garden. Nadat we een klein steegje voorbij waren gelopen, bleek dat we daar toch in moesten op weg naar de tuin. Uiteindelijk hebben we hem met wat zoekwerk wel gevonden.
Tuinen zijn in Japan erg belangrijk. In de tuinen vind je vaak theehuizen voor ceremonies, maar daarnaast staan er vaak bijzondere bloemen en planten die op elkaar afgestemd zijn en staat er vaak iets van een tempeltje in. We waren nog geen enkele tuin in geweest, en volgens de Lonely Planet was de tuin van Isuien een érg mooie tuin. De entree vonden we wel wat duur, 900 yen per persoon, maar dat zou het dan vast wel waard zijn. Eerlijk is eerlijk, het was een mooie tuin, maar het was bij lange na het geld niet waard. 300 yen was een mooie prijs geweest, 900 belachelijk duur. Het bijbehorende museum, waar je gratis naar toe mocht met je tuin-ticket, stelde ook niets voor, met enorme vitrines waar drie kleine keramieke kopjes in stonden bijvoorbeeld. Het hele museum had makkelijk in een klein schuurtje gepast. We hebben maar veel foto’s gemaakt om ons geld er nog enigszins uit te halen… De naastgelegen tuin Yoshikien Garden was gratis voor buitenlandse toeristen, dus hier hebben we ook nog even een kijkje genomen. Dit was een heel ander soort tuin, veel minder strak onderhouden en veel natuurlijker, en vanuit deze tuin kun je ook zo bij de Isuien Garden naar binnen gluren. Kortom, ga naar de gratis Yoshikien Garden en loop snel voorbij de Isuien Garden als je ooit in de buurt bent. Isuien Garden is de enige tourist trap die wij tegen zijn gekomen in heel Japan.
Na de tuinen kwamen we uit bij de Todaiji Temple met daarbij de Daibutsuden met daarin de enorme boeddha. Voordat we hier kwamen zagen we echter al dat we in de buurt waren, want het werd opeens heel erg druk. Niet alleen met toeristen maar ook vele schoolklassen liepen er rond. Vele ook hier die “Herro” tegen ons durfde te zeggen, waarna ze giechelden als we wat terug zeiden. De gouden boeddha binnen was daadwerkelijk enorm en mooi om te zien. Wel grappig was dat er in een pilaar achter de boeddha een gat was gemaakt ter grootte van het neusgat van de boeddha. Iedereen die daar doorheen kon kruipen zou gezegend zijn ofzo. Alleen kinderen paste er goed doorheen, en er stond dan ook een enorme rij van schoolkinderen. Aan de petjes te zien ook van vele verschillende scholen en klassen, en ze werden een voor een door de paal getrokken als een soort van geboorte. Zag er wel erg vreemd uit, maar je moet iets overhebben om gezegend te zijn! Buiten de tempel stond naast de uitgang ook nog een oud versleten beeld. Als je deze aanraakte op een pijnlijke plaats, en vervolgens de pijnlijke plaats op je eigen lichaam, dan zou hij de pijn verdrijven. Natuurlijk hebben we uitgebreid over de kuiten van het beeld gewreven en daarna over onze eigen kuiten. Laten we hopen dat het werkt!
Het was wederom een erg warme dag, dus we waren al sinds aankomst in het park op zoek geweest naar een vending machine of drinken. Natuurlijk zijn die dingen nergens te bekennen als je er eens echt een zoekt. Buiten de grote boeddha-tempel zagen we gelukkig een marktkraampje dat drinken verkocht, dus we zijn naast de uitgang op een verhoging voor de tempel gaan zitten om even wat te drinken en een koekje te eten. We hadden een mooi plekje want we hadden zicht op wat rondwandelende herten en vooral vele kinderen die de tempel uit kwamen. Grappig was wel dat de herten zo gewend zijn aan deze enorme stroom kinderen dat ze niet op of om kijken als ze geaaid of andersoortig aangeraakt worden. Zelfs rond rennende kinderen of gillende kinderen krijgen geen extra aandacht. Wél extra aandacht krijgen de hertenkoekjes. Deze dunne biscuitjes kun je op veel plaatsen kopen en kun je aan de herten voeren. Voor 150 yen heb je een pakje met 10 stuks. Als de herten zien dat je ze hebt en uitdeelt krijg je opeens alle aandacht van ze. Wij hadden geen hertenkoekjes, alleen nog stroopwafels en die hebben we lekker zelf opgegeten. Ondanks dat had een hert toch nog het idee dat er iets bij ons te halen viel en kwam met zn kop even kijken wat we precies hadden. De cameratas, flesjes drinken en lege verpakking van de stroopwafels konden we nog net op tijd naar achteren leggen, maar voor de kaart was het helaas te laat. Deze had hij al in zijn bek, en loslaten deed hij niet meer. Uiteindelijk konden we na die eerste hap de rest lostrekken, en hebben we de rest van de dag onze weg moeten zoeken met een kaart met een hap eruit.
Toen we weer op pad gingen hebben we eerst een pakje hertenkoekjes gekocht, we zijn natuurlijk wel echte toeristen. We zagen wel hoe andere toeristen overspoeld werden door hertenaandacht, dus wij besloten onze koekjes netjes te bewaren tot we bij een rustiger gebied kwamen met minder herten. Via een paadje liepen we naar Nigatsudo Hall en Sangatsudo Hall, twee kleinere tempels die op een wat hoger gebied gebouwd waren met mooi uitzicht. Daarna zijn we richting de, voor ons, laatste tempel van Nara gelopen: de Kasuga Taisha Shrine. Hiervoor moesten we echter een flink stuk wandelen waarbij we onze eerste rustige hertjes tegen kwamen die we enkele koekjes gevoerd hebben. Bij een groot parkeerterrein zagen we ook een hert in zijn eentje in een hoekje staan en deze hebben we zijn best laten doen voor een koekje. Volgens de kaart van de tourist information zijn de herten hier namelijk heel beleefd, en buigen ze als ze een koekje willen. En raar genoeg, het hert boog daadwerkelijk zijn kop voor een koekje!
De laatste tempel was qua tempel zelf niet zo bijzonder, maar qua omgeving des te meer. Het hele gebied stond namelijk vol met oude lampionnen langs een rustiek pad. Een erg mooi gebied dus, mede dankzij de herten die ook hier rond dartelden en de Japanse vrouwen in kimono’s die hier ook toeristen waren. Wel opvallend trouwens, dat deze Japanse dames in kimono’s vrijwel allemaal jonge vrouwen zijn. Het lijkt wel een soort verkleedpartijtje. In de stad kom je ze vrijwel niet tegen, maar bij tempels regelmatig. Hier werden we nog aangesproken door een groepje scholieren die voor school moesten uitzoeken wat toeristen in Kyoto wilden bezoeken. Met die vraag uitgeschreven in het engels en pagina met plaatjes konden we aanwijzen wat we nog wilden gaan zien, en dat was eigenlijk alles van dat lijstje wel. Nadat we onze laatste koekjes aan buigende hertjes hebben gevoerd zijn we terug gelopen naar het station. Hier namen we wederom de trage stoptrein terug. De halte voor Kyoto is namelijk bij Fushimi Inari en daar wilden we ook nog graag heen.
De trein deed er zo lang over, dat het al een beetje schemerde toen we bij Fushimi Inari aankwamen. Gelukkig is dit een open tempel zonder echte sluitingstijden. Alleen de winkeltjes voor amuletten en dergelijken waren al wel gesloten. Fushimi Inari was een van de tempels die in Nederland al op mijn wish-list stonden. Deze tempel bestaat namelijk uit duizenden torii’s die achter elkaar geplaatst zijn als een soort tunnel. We hadden één zo’n rij verwacht, maar toen kwam er nog een dubbele rij, en nog een rij en nog een. Nadat we alweer een half uur door allerlei torii’s aan het lopen waren, was het donker geworden (het was gelukkig wel verlicht), en kwamen we bij een overzichtsbordje. Hier bleek dat we nog niet eens op een kwart van de route waren, waarop we besloten om om te keren. Jammer, want het was wel een leuke wandeling geweest denk ik, maar in het donker toch wat minder geslaagd.
Aangezien het al redelijk laat was en we honger hadden, hadden we besloten om van het buffet in het hotel gebruik te maken. Bij aankomst in het hotel bleek dat dit echter een heel stuk duurder was dan verwacht. Voor één persoon was het al duurder dan onze maaltijd normaal gesproken gezamenlijk, inclusief (sterke) drank. Kortom, we gingen toch maar naar de kelder van het station, waar een grote foodcourt was. Hier hebben we heerlijk gegeten, een echt Japans set menu, waarna we bij de supermarkt om de hoek nog wat drinken en chocolade gekocht hebben. We ontdekten toen ook heerlijke ijsjes, dus als toetje had Nick een banaan-chocolade ijsje, en ik een superchocolade ijsje. Beide een aanrader!