Pomorska street 2
Vandaag ging de bel al vroeg. Letterlijk de bel, want iemand besloot aan te bellen, waarna iedereen wakker schrok en het ontbijt vandaag dus wat aan de vroege kant was. Er waren ruimschoots broodjes gekocht, en na een goed ontbijt was iedereen klaar om te gaan. Op het programma voor vandaag stond eerst een bezoek aan het Stasi-museum. Of nee, het Gestapo-museum. Onee, Pomorska street 2 heet het gewoon. Hierna zouden we door gaan naar de zoutmijn van Wielickszka, iets waarvan ik mijn vermoedens had dat het een flinke toerist trap zou zijn, gezien de prijs (te duur voor Polen zelf), en omdat er in alle recensies werd gesproken dat je flink op moest schieten anders kon je niets van de uitleg horen. Maar eerst richting het museum bij ons in de buurt.
Het museum opende pas om 10 uur de deuren, dus we hebben nog even extra langzaam aan gedaan voor we vertrokken. Dankzij de toeristische route van gisteren richting het centrum konden we er zo naar toe lopen en waren we, ondanks nog een extra blokje om door de wijk, alsnog te vroeg. Maar om 10 uur konden we gelukkig alsnog zo het museum binnen, en het was op woensdag gratis entree, dus dat was mooi meegenomen. Het museum zelf ging over de periode 1939 – 1956 tijdens de bezetting, eerst door de Duitsers, en daarna ook een soort van door de Sovjets die er een communistische staat van maakten. Het museum bevond zich in het voormalig hoofdkwartier van de Gestapo. Hier was echter helemaal niets van terug te zien in het echte museumdeel. Dit deel was eigenlijk vooral veel tekst en weinig echt te zien. En daarnaast was museum eigenlijk wel een groot woord er voor, het was 1 ruimte. En dan ook nog eens een kleine ruimte. Kortom, we waren er al snel uit gekeken. Gelukkig hadden ze ook nog de oude cellen waar ze de mensen opsloten, maar ook hier was het vooral even binnen kijken, wat dingen proberen te lezen en nog voor kwart over tien stond iedereen weer buiten. Kortom, toerist trap nummer 1 van die dag hadden we al binnen, al was het nog niet eens echt slecht in elkaar gezet, maar gewoon veel te weinig om een apart museum te rechtvaardigen, zelfs al betaal je er maar 2 euro voor.
Bustickets kopen
Jaim had uitgezocht waar de bus richting de zoutmijn stopte, en dat was een straat verderop. Onderweg kwamen we een busticket-automaat tegen, maar die reageerde niet zo goed. Door naar de halte dan maar, hopen dat ze daar nog een automaat hadden. Die hadden ze natuurlijk niet, dus dan maar gewoon de bus in en daar tickets halen. Dat kan niet bij de buschauffeur, maar alleen bij de automaat binnen in de bus, die nergens op reageerde. Dan maar zwart rijden hadden we ons bij neergelegd, toen het apparaat toch besloot te herstarten en daarna gewoon te werken. Aangetikt dat we 5 kaartjes wilden (6 in 1 transactie kon niet), maar toen kon er alleen maar met munten of kaart betaald worden. Voldoende munten voor 6 tickets hadden we niet dus dat was geen optie, maar de kaart wilde hij ook niet lezen. En aangezien nu de automaat wel weer werkte konden we ons daar bij een controle niet meer op beroepen, en in boekjes werd gewaarschuwd voor controleurs die geen medelijden hadden met domme toeristen. Kortom, snel de bus maar uit toen we een halte met een kaart-automaat zagen.
Bij deze halte zijn ze vervolgens met vijf personen bezig geweest om kaartjes te kunnen kopen. Briefgeld wilde de automaat niet pakken, muntjes hadden we nog steeds niet genoeg en de automaat sprong steeds weer op Pools. Uiteindelijk is het gelukkig gelukt om te pinnen (met €3,50 transactie kosten bijna drie zo veel als 1 kaartje kostte). Maar eraan gedacht om ook gelijk kaartjes voor de terugweg te kopen hadden ze niet.
Wieliczka zoutmijn entree Een schacht van de mijn
In Wieliczka
Uiteindelijk kwamen we na een klein half uur uit bij de juiste bushalte en konden we zo richting de zoutmijn lopen om hier tickets voor de eerst volgende Engelstalige tour te bestellen. Deze was helaas pas 1 uur later, maar daardoor konden we wel nog even wat frietjes, met erg lekkere ketchup, eten. Om 12:30 konden we met wat andere toeristen achter een gids aan. We gingen een klein gebouwtje binnen en na een korte gang was daar een houten trap. Deze trap zijn we 40 verdiepingen afgedaald tot we in de mijnschacht uitkwamen. Om het zout te beschermen tegen de vochtige buitenlucht werd er gewerkt met een soort sluizen. Pas als de ene deur weer dicht was mocht de volgende weer open.
De eerste ruimte waar we binnen kwamen stond gelijk al een groot beeld van Copernicus, een van de eerste toeristen in de mijn, honderden jaren geleden al. Dit beeld was gemaakt van zout, zoals ook de vloer en de meeste wanden. Dit was echter geen wit korrelig zout zoals je misschien zou verwachten, maar was een donkergrijs geheel wat erg op marmer leek. Verder waren er met houten balken dingen gestut in verschillende ruimtes en gangen. Dit allemaal zonder schroeven of ander metaal, want die zouden snel gaan roesten door de atmosfeer. Op sommige plekken hadden ze met glas en plastic pinnen de omgeving verankerd ter bescherming.
De tour ging door vele ruimtes, sommigen klein, anderen enorm groot. Onderweg werd er door de gids soms een korte uitleg gegeven, bijvoorbeeld over dat er paarden in de mijn werkten die eenmaal beneden nooit meer boven kwamen, en hoe ze zout water naar boven transporteerden. Maar verder waren het eigenlijk vooral kunstwerken van zoutsteen en kapellen die te bekijken waren. De grote kerkruimte was indrukwekkend om te zien met vele 3D-scènes op de wanden. De gids vertelden dat ze voor Corona jaarlijks 3 miljoen bezoekers hadden, zo’n 10.000 per dag. Momenteel zaten ze op 1.000 per dag. Waar het normaal dus echt lopende band werk is en je met een stuk of zes (grotere) groepen in de kerkruimte bent, hadden we deze nu geheel voor onszelf. En hoewel we regelmatig een beetje door moesten lopen, ging de tour zelf niet zo gehaast als ik op basis van de recensies had verwacht, al dachten anderen daar anders over.
40 verdiepingen naar beneden Beeld van Kopernicus Wielickzka zoutblok
Het Wieliczka zoutmijn museum
Na de tour door de zoutmijn kon je nog door naar het museum, wat we wel wilden. Hier zou over 40 minuten de volgende tour starten vertelde onze gids. Na even door de naast gelegen ruimtes gestruind te hebben besloten we die richting op te lopen na een minuut of tien, waarna dezelfde gids weer vertelde dat er over een minuut of 40 een volgende tour zou starten, maar we konden in plaats daarvan ook nu met de lift naar boven. Oké, dan eerst nog even wat drinken in het restaurantje dan maar, want het museum wilden we toch wel zien. Na nogmaals een half uur kwamen we terug, kwam er weer iemand vertellen dat de volgende tour pas over 30 a 40 minuten zou beginnen. “Maar we konden ook met de lift mee naar boven.” Toen hebben we maar besloten daar in de buurt te wachten, en na een minuut of 20 kwam er gelukkig een Engelstalige gids die ons plus 2 anderen mee nam voor het museum. Blijkbaar hebben weinig mensen interesse in (wachten voor) het museum, en het lijkt ook een beetje alsof het ontmoedigd wordt.
Onze gids was een klein vrouwtje die later vertelde dat wij haar eerste groep waren. Ze was heel enthousiast en al snel ontdekte we waarom je niet vrij het museum kon bezoeken: dit was ook een kriskras gangenstelsel waarbij je geen idee meer had waar je was. Ze vertelde heel uitgebreid over het proces van het mijnen, over de eigenaars van de mijn en wat we verder ook maar wilden weten. M’n moeder had een vraag gesteld over een kapel waar we even naast stonden te wachten en vervolgens dacht de gids dat we heel geïnteresseerd waren in kapellen, en dus kregen we alle kerkelijke stukken te zien en de nieuwe kapel die nu voor groepen gelovigen in gebruik was, met een totaal andere zeer moderne stijl.
Uiteindelijk bood de museumtour eigenlijk alles wat we in de gewone tour een beetje misten en doordat we nu maar met 8 waren was er alle tijd voor alles wat we maar wilden zien of waar we vragen over hadden. Uiteindelijk was deze tour misschien nog wel interessanter dan de gewone tour. Ondanks de nogal matige organisatie van de tours, was het dus zeker geen touristtrap maar de moeite waard. Al zou je daarvoor wel ook het museum moeten bezoeken, anders mis je het beste deel er van.
De St. Kinga kapel, geheel van zout Gravure uit de St Kinga kapel Wielickzka trap vol zout
Weer boven
Met een lift gingen we weer terug naar de begane grond, waar we via een ander gebouw op een andere plek weer buiten kwamen. Gelukkig stopte daar in de buurt ook de bus, dus we konden al snel weer de bus in richting het centrum. Het kaartjes kopen in de bus ging deze keer een stuk sneller, al accepteerde de automaat de verzamelde muntjes niet en moest er dus weer gepind worden.
We stapten uit bij de halte na het water, waarna we in het centrum op zoek gingen naar een leuk restaurantje. Deze vonden we een paar straten verderop, Tivoli. Hier hadden ze vooral (heel dik belegde) pizza’s, maar ik koos voor kip met broccoli-aardappel gratin. Zowel de pizza’s als de kip (en de pasta van mn vader) smaakten erg goed. Op de terugweg hebben we nog een ijsje gehaald in een kleine tentje naast de hoofdstraat (Jaim later een McFlurry), maar die haalde het toch niet bij ijs uit Dubrovnik.
Weer terug in het appartement hebben we nog een potje Amerikaans gejokerd en won ik de halve pot vol streepjes en daarna was het tijd om te douchen en naar bed te gaan. Morgen weer terug naar Holland.
Wielickzka zoutmijn machine Stellages in de mijn Het diner